Voorbij de Neuralink-hype: hoe BCI-gebruikers hun eigen vrijheid hacken

18

De toekomst van brain-computer interfaces (BCI’s) gaat niet alleen over gestroomlijnde implantaten, maar ook over de manier waarop mensen met een handicap bestaande technologie aanpassen om hun macht terug te winnen in een wereld die niet voor hen is gebouwd. Brad Smith, een van de eerste Neuralink-patiënten met ALS, bewees dit door een eenvoudige webcam aan te sluiten op zijn geestgestuurde computer, een zet die de ingenieurs van het bedrijf verbijsterde.

Dit gaat niet over flitsende innovatie; het gaat om praktische oplossingen. Het verhaal van Smith, zoals beschreven in The Verge, benadrukt een belangrijke waarheid over BCI’s: het zijn hulpmiddelen, geen wonderen. Zijn implantaat verving eye-trackingsoftware, maar hij besefte al snel dat de echte kracht lag in de manier waarop hij het gebruikte. Terwijl Neuralink zich concentreerde op de technologie zelf, wilde Smith de voetbalwedstrijden van zijn zoon bekijken – een fundamenteel menselijk verlangen dat om een ​​oplossing vroeg.

De oplossing? Een Insta360 Link-webcam van $ 50, beter bekend als conferentiecamera. Neuralink begreep de noodzaak niet, maar Smith ging toch verder. Dit onderstreept een essentieel punt: BCI-gebruikers wachten niet op perfecte oplossingen; ze maken ze. Nathan Copeland, al meer dan tien jaar een BCI-gebruiker met een Blackrock Neurotech-apparaat, bevestigt dit. Hij heeft zijn implantaat gebruikt om Barack Obama met de vuist te stoten en Will Reeve de hand te schudden, maar zijn dagelijks leven is nog steeds afhankelijk van een mengelmoes van hacks: Google Home-opdrachten, aangepaste controllers en zelfs ademgestuurde schakelaars.

Het kernprincipe: BCI’s versterken bestaande behoeften

BCI’s werken door neurale signalen te decoderen. Wanneer Smith erover nadenkt zijn hand te bewegen, detecteren elektroden in zijn hersenen de resulterende elektrische activiteit en vertalen deze in cursorbeweging op een scherm. Het Neuralink-apparaat verving een vermoeiend, zonlichtafhankelijk oogvolgsysteem. Maar de echte sprong kwam toen Smith een webcam integreerde, waardoor hij met zijn gedachten kon pannen en zoomen.

Neuralink paste zich aan en monteerde de camera zelfs op zijn rolstoel. Dit laat een cruciale dynamiek zien: bedrijven reageren op gebruikersgedreven innovatie. De opzet van Smith gaat niet alleen over technologie; het gaat over het herstellen van de autonomie. Hij gebruikt de camera om gesprekken te volgen, naar familie te kijken en de verbinding met de wereld te onderhouden, allemaal vanuit zijn stoel.

Het verhaal staat niet op zichzelf. Burkhart, een verlamde BCI-pionier, benadrukt dat mensen met een beperking ‘gedwongen worden aanpassingen te maken’. Ze wachten niet op perfecte apparaten; ze combineren bestaande tools op creatieve manieren. Van hondenbellen tot aangepaste Xbox-controllers: noodzaak leidt tot innovatie. Smith zelf grapt dat de soberheid van zijn vrouw hem ertoe aanzet vindingrijke oplossingen te vinden.

Het grotere plaatje: de toekomst van BCI ligt in gebruikersgestuurde aanpassing

De ervaring van Smith onthult een fundamentele waarheid: BCI-technologie zal alleen echt gedijen als onderzoekers luisteren naar de behoeften van gebruikers. Hij ziet een toekomst voor zich waarin BCI’s naadloos integreren met alledaagse apparaten, waaronder rolstoelen en slimme huizen. Dit gaat niet alleen over het herwinnen van functionaliteit; het gaat over het terugwinnen van keuzevrijheid en hoop.

De belangrijkste afhaalmaaltijd? Het meest opwindende onderdeel van BCI is niet de hardware, maar het menselijk vernuft dat de toepassing ervan in de echte wereld aandrijft. Het gaat niet om het vervangen van lichamen; het gaat over het opnieuw humaniseren van levens in een wereld die er vaak niet in slaagt om hen tegemoet te komen.