Een eeuw geleden klaagde historicus Henry Adams op beroemde wijze dat zijn elite-opleiding er totaal niet in was geslaagd hem voor te bereiden op de snel industrialiserende wereld van het begin van de 20e eeuw. Hij voelde zich op drift in een zee van technologische veranderingen, slecht toegerust door de klassieke en religieuze studies die hij had gevolgd. De kritiek van Adams, die bijna 120 jaar geleden werd geschreven, weerklinkt vandaag met een verontrustende relevantie.
Het onderwijslandschap wordt niet alleen hervormd door revolutionaire technologieën zoals AI, maar ook door ideologische botsingen binnen de VS zelf. De federale overheid bezuinigt tegelijkertijd op de financiering van universiteiten en eist tegelijkertijd meer controle over het curriculum en de toelating. Dit creëert een giftige omgeving waarin traditionele instituties moeite hebben om zich aan te passen aan de behoeften van een snel evoluerende wereld. Maar in plaats van helemaal te verdwijnen, vindt het onderwijs nieuwe wegen – wegen die het steeds beladen terrein van de traditionele academische wereld omzeilen.
Neem Karen Attiah, een ervaren journalist en hoogleraar internationale zaken die tot dit jaar les gaf aan Columbia University. In 2024 werd ze abrupt ontslagen door zowel Columbia als The Washington Post vanwege berichten op sociale media waarin kritiek werd geuit op racisme en rechts activisme. In plaats van zich terug te trekken uit het lesgeven, draaide Attiah zich om en transformeerde haar geannuleerde Columbia-cursus in ‘Resistance Summer School’, een livestream die toegankelijk is voor iedereen die bereid is collegegeld te betalen. De respons was explosief: binnen 48 uur schreven zich 500 studenten in, terwijl de wachtlijst nog veel verder reikte. Nu biedt Attiah dit najaar twee cursussen aan – een bewijs van de honger naar onderwijs die gedijt buiten de gevestigde systemen.
De aanpak van Attiah is weliswaar onorthodox, maar weerspiegelt die van docenten die er al lang naar streven kennis te democratiseren. Haar lessen roepen een gevoel op van terugkeer naar de grondbeginselen, dat doet denken aan universitaire lezingen van decennia geleden.
Abigail Thorn, de filosoof achter het populaire YouTube-kanaal ‘Philosophy Tube’, belichaamt deze geest ook. Haar video’s – doorspekt met grappige scripts, kostuums en creatieve effecten – brengen complexe filosofische concepten op een boeiende, toegankelijke manier over. Net als Attiah streeft Thorn ernaar om kennis openbaar beschikbaar te maken, waarbij hij autoriteit in twijfel trekt zonder academische beperkingen.
Deze docenten treden in de voetsporen van Stuart Hall, een cultuurwetenschapper die in de jaren zestig en zeventig de grenzen van de academische wereld uitdaagde. Hij was van mening dat het onderwijs los moest komen van de ivoren torens en rechtstreeks in contact moest komen met het publiek. Zijn BBC-documentaire ‘It Ain’t Half-Racist, Mum’ pakte raciale vooroordelen aan in de mediaportretten van zwarte immigranten – een baanbrekende aanpak voor die tijd.
Deze trend overstijgt individuele inspanningen. Wereldwijd zijn er steeds meer hacker- en makerspaces – gemeenschapscentra die zich richten op het praktijkgericht leren over wetenschap en techniek. Deze ruimtes bieden diverse cursussen, variërend van elektronica tot 3D-printen, lassen en meer. Ze richten zich op leerlingen die hunkeren naar interactieve, toegepaste kennis in plaats van naar traditionele lesformaten.
Zoals Adams ruim een eeuw geleden waarschuwde, moet het onderwijs anticiperen op de toekomst en ons voorzien van relevante vaardigheden en begrip voor wat ons te wachten staat. In deze snel veranderende wereld zou academische vrijheid wel eens haar meest ware uitdrukking kunnen vinden buiten de traditionele instituties. De crisis waarmee universiteiten worden geconfronteerd valt niet te ontkennen, maar toch lijkt de kernmissie van het onderwijs – ontdekken, begrijpen en empoweren – stand te houden en te evolueren via innovatieve benaderingen zoals Attiah’s ‘Resistance Summer School’ en Thorn’s boeiende YouTube-lezingen.
Door deze alternatieve trajecten te omarmen, zijn we misschien niet getuige van het einde van het onderwijs, maar eerder van een gedurfde heruitvinding voor de 21e eeuw. De toekomst van het leren zou heel goed buiten de heilige hallen van de academische wereld kunnen liggen, in de dynamische ruimtes waar intellectuele nieuwsgierigheid gedijt zonder institutionele barrières.























































