De regering-Trump heeft opnieuw veertien werknemers van de Federal Emergency Management Agency (FEMA) geschorst die eerder met administratief verlof waren geplaatst nadat ze het Congres hadden geschreven over vermeende tekortkomingen in de rampenbestrijding onder de president. De omkering kwam nadat vorige week de eerste kennisgevingen van herstel waren verzonden, maar deze werden ingetrokken na berichtgeving in de media.
Initiële opschorting en de brief aan het Congres
In augustus werden de veertien FEMA-medewerkers geschorst omdat ze kritiek hadden geuit op de wijze waarop de regering omging met de rampenbestrijding. Ze stuurden een brief naar het Congres waarin ze waarschuwden dat president Trump het vermogen van het agentschap om effectief te reageren op natuurrampen ondermijnde. In de brief werd naar verluidt bezorgdheid geuit over personeelsinkrimpingen en beleidswijzigingen die de paraatheid van de VS bij rampen zouden kunnen verzwakken.
Het korte herstel en de daaropvolgende omkering
Vorige week stuurde FEMA mededelingen waarin de werknemers werden geïnformeerd dat ze van administratief verlof werden gehaald. Deze mededelingen werden echter abrupt ingetrokken nadat hoge functionarissen via nieuwsberichten op de hoogte waren van de herplaatsingen. Volgens Tricia McLaughlin, woordvoerder van het Department of Homeland Security (DHS), werden de herplaatsingen uitgevoerd zonder de juiste toestemming van politieke aangestelden die toezicht hielden op de dienst.
Politieke inmenging en beschuldigingen van ‘schurkenstatengedrag’
De regering heeft de aanvankelijke pogingen tot herstel gekarakteriseerd als ‘schurkenstatengedrag’ van bureaucraten die buiten hun gezag handelen. McLaughlin verklaarde dat de regering “geen ongeoorloofde acties of diepgewortelde bureaucraten zal tolereren die zich tegen verandering verzetten.” Critici, waaronder advocaat David Z. Seide van het Government Accountability Project, beschuldigen de regering ervan de werknemers opzettelijk te onderwerpen aan “whiplash” en zich te richten op iedereen die niet op één lijn staat met de politieke aangestelden.
Implicaties en voortdurende geschillen
Deze zaak benadrukt een breder conflict tussen loopbaanfunctionarissen en politiek leiderschap binnen FEMA. De acties van de regering roepen vragen op over de vraag of politieke loyaliteit voorrang krijgt boven expertise en effectieve rampenparaatheid. De geschorste werknemers hebben klachten ingediend bij het Amerikaanse Office of Special Counsel, met als argument dat hun schorsingen vergeldingsmaatregelen waren, maar de regering vertoont geen tekenen van terugtrekking.
De herhaalde tegenwerpingen en beschuldigingen duiden op een doelbewuste poging om afwijkende meningen binnen de FEMA te bestraffen. Deze zaak onderstreept het potentieel voor politieke inmenging in de respons op rampen, een cruciaal gebied waar bureaucratische onafhankelijkheid essentieel is voor de openbare veiligheid.































