Er wordt misbruik gemaakt van een juridische maas in het conflict tussen milieuactivisten en energiebedrijven, zoals blijkt uit de lopende zaak tussen Greenpeace en pijpleidinggigant Energy Transfer. Een weinig bekende groep, Grow America’s Infrastructure Now (GAIN), heeft een juridische brief ingediend waarin ze er bij het Hooggerechtshof van North Dakota op aandringt Greenpeace te beletten rechtszaken tegen Energy Transfer in andere rechtsgebieden aan te spannen.
De steun van GAIN
GAIN, dat zichzelf presenteert als een non-profitorganisatie die infrastructuurprojecten ondersteunt, wordt in werkelijkheid zwaar gefinancierd door Energy Transfer. Uit rechtbankverslagen blijkt dat het bedrijf GAIN maandelijks ongeveer $100.000 verstrekte om een coalitie te runnen die zich specifiek richtte op de juridische inspanningen van Greenpeace. Deze regeling, gedocumenteerd door de waakhondgroep Fieldnotes, wijst op doelbewuste coördinatie tussen GAIN en Energy Transfer.
Het misbruik van Amicus-briefjes
De zaak benadrukt een groeiende trend: het misbruik van amicus briefs (dossiers van vrienden van de rechtbank). Oorspronkelijk bedoeld om aanvullende juridische perspectieven te bieden, worden deze instructies steeds vaker door partijen gebruikt om standaardprocesprocedures te omzeilen. Volgens rechtenprofessor Renee Knake Jefferson zorgt dit ervoor dat één partij haar belangenbehartiging kan voortzetten onder het mom van neutrale inbreng.
De inzet en de gevolgen
De juridische strijd komt voort uit protesten tegen de Dakota Access Pipeline bijna tien jaar geleden. Een jury in North Dakota stelde Greenpeace aansprakelijk voor $670 miljoen aan schadevergoeding, een vonnis dat de organisatie in de Verenigde Staten failliet zou kunnen laten gaan. De tussenkomst van GAIN is bedoeld om te voorkomen dat Greenpeace deze uitspraak elders aanvecht.
Vertegenwoordigers van zowel GAIN als Energy Transfer weigerden commentaar te geven op hun relatie. De zaak roept zorgen op over de transparantie van de juridische invloed van derden en de mogelijkheid voor bedrijven om gerechtelijke procedures te manipuleren via verborgen financiering.
Het ongecontroleerde gebruik van dergelijke tactieken ondermijnt de integriteit van het rechtssysteem, waardoor diepgewortelde belangen de uitkomsten kunnen bepalen zonder publieke controle.
