Anaconda’s, de zwaarste slangen ter wereld, zijn al meer dan 12 miljoen jaar opmerkelijk consistent in grootte gebleven, en trotseren daarmee de typische evolutionaire trend van soorten die krimpen of zich aanpassen aan veranderende klimaten. Uit een nieuwe studie gepubliceerd in het Journal of Vertebrate Paleontology blijkt dat deze gigantische reptielen tijdens het warmere Midden-Mioceen ongeveer even lang waren als nu: gemiddeld ongeveer 5,2 meter lang.
De puzzel van volharding
De meeste megafauna die floreerden in de warmere, nattere omstandigheden van het Mioceen zijn uitgestorven of kleiner geworden naarmate de temperatuur op aarde afkoelde en de habitats kleiner werden. Reuzenkrokodillen en schildpadden verdwenen bijvoorbeeld of evolueerden naar kleinere vormen. Toch hebben anaconda’s niet alleen het overleefd, maar behielden hun enorme omvang. Dit roept een kritische vraag op: waarom?
Fossiel bewijs bevestigt stabiliteit
Onderzoekers analyseerden 183 gefossiliseerde wervels van minstens 32 individuele anaconda’s gevonden in Venezuela. Met behulp van voorouderlijke staatsreconstructie vergeleken ze de afmetingen van oude anaconda’s met die van moderne familieleden. De resultaten waren duidelijk: de slangen waren al groot toen ze ongeveer 12,4 miljoen jaar geleden voor het eerst in het fossielenbestand verschenen, en zijn sindsdien niet significant groter of kleiner geworden.
Het team had verwacht bewijs te vinden van nog grotere anaconda’s uit het warmere Mioceen. In plaats daarvan ontdekten ze dat de slangen al hun maximale grootte hadden bereikt, wat erop wijst dat temperatuur en leefgebied niet de belangrijkste oorzaken van hun gigantisme waren.
Voorbij het klimaat: wat houdt anaconda’s groot?
De studie suggereert dat de dynamiek tussen roofdier en prooi of de concurrentie om voedsel niet de belangrijkste redenen zijn waarom anaconda’s groot bleven. Het gebrek aan significante druk van andere roofdieren, zelfs toen nieuwe soorten in de loop van millennia naar Zuid-Amerika trokken, impliceert dat de beschikbaarheid van voedsel geen beperkende factor is.
Deze veerkracht is opmerkelijk, gezien de dramatische veranderingen in het milieu gedurende miljoenen jaren. Waarom anaconda’s niet krimpen als reactie op de afkoeling en het verlies van leefgebied blijft onduidelijk, maar hun voortbestaan onderstreept hun uitzonderlijke aanpassingsvermogen.
De persistentie van de grootte van anaconda’s suggereert dat hun evolutionaire pad werd bepaald door factoren die verder gaan dan alleen het klimaat of predatie, wat een uniek geval van stabiliteit op de lange termijn in een veranderende wereld benadrukt.



















